Dag 49: De tuinman en de dood
Een Perzisch Edelman:
Van morgen ijlt mijn tuinman, wit van schrik,
Mijn woning in: 'Heer, Heer, één ogenblik!
Ginds, in de rooshof, snoeide ik loot na loot,
Ginds, in de rooshof, snoeide ik loot na loot,
Toen keek ik achter mij. Daar stond de Dood.
Ik schrok, en haastte mij langs de andere kant,
Ik schrok, en haastte mij langs de andere kant,
Maar zag nog juist de dreiging van zijn hand.
Meester, uw paard, en laat mij spoorslags gaan,
Meester, uw paard, en laat mij spoorslags gaan,
Van middag -lang reeds was hij heengespoed-
Heb ik in 't cederpark de Dood ontmoet.
'Waarom,' zo vraag ik, want hij wacht en zwijgt,
'Waarom,' zo vraag ik, want hij wacht en zwijgt,
'Hebt gij van morgen vroeg mijn knecht gedreigd?'
Glimlachend antwoordt hij: 'Geen dreiging was 't
Glimlachend antwoordt hij: 'Geen dreiging was 't
Waarvoor uw tuinman vlood. Ik was verrast,
Toen 'k 's morgens hier nog stil aan 't werk zag staan,
Toen 'k 's morgens hier nog stil aan 't werk zag staan,
Die 'k 's avonds halen moest in Ispahaan.'
0 Comments:
Post a Comment
http://hanviskie.blogspot.com/?m=0"><< Home