Waterschap in oorlogstijd(1)
Het bestuur van Oudland van Altena kon in juni 1940 meedelen aan de commissaris van de Koningin van Noord-Brabant, dat de eigendommen en beheerde waterstaatswerken geen schade hadden geleden. Alleen waren in de inundatiesluis bij Woudrichem de schotbalken nog niet aangebracht en de sluisdeuren uit hun hengels gelicht, waardoor ze niet draaibaar waren. Pas in augustus 1944 werd het waterschap geconfronteerd met maatregelen van de Duitse bezetten. De Wehrmachtscommandant te Tilburg gelastte namelijk dijkopzichter De Jong dat er in de rivierdijk vanaf Werkendam tot Veen 1300 ronde dekkingsgaten moesten worden gegraven op één meter veertig uit de verharding en met een diameter van 90 centimeter. Doordat op veel plaatsen de basaltglooiing tot boven aan de dijk kwam, was dit bijna onmogelijk zonder de dijk te beschadigen. Toch werd dit werk uitgevoerd, maar het dijkbestuur schreef een brief aan de Provinciale Waterstaat van Noord-Brabant, waarin het zijn zorg uitte over het daaruit voortvloeiende gevaar bij hoogwater. De gaten waren namelijk gestoken aan het talud van de dijk. Ze zouden eigenlijk in november weer gedicht moeten worden. Bovendien was de basaltbezetting hier en daar losgegraven, maar het bestuur zou zelf de stenen weer laten vastzetten.
(Bron: De macht van het water, Cees de Gast)
0 Comments:
Post a Comment
http://hanviskie.blogspot.com/?m=0"><< Home