Waterschap in oorlogstijd(2)
Het land van Altena geinundeerd in de Tweede Wereldoorlog. De militairen links zitten op de sluiswand. Rechts is nog net de watertoren te zien.
Na de bevrijding, in augustus 1945, kon het dijkbestuur meedelen aan Gedeputeerde Staten dat de Maas- en Merwededijken, in beheer bij het Oudland van Altena, de afgelopen winter niets hadden geleden van stormweer, hoogopperwater of ijsgang.
De Duitsers hadden tijdens de bezetting bij Andel tunnels en schuilplaatsen laten graven aan de buitenzijde van de dijk. De 1300 dekkingsgaten langs de Maas- en Merwededijk waren 'met bekwamen spoed reeds gedicht'. De dijken waren weer in orde gemaakt. De oorlogsomstandigheden hadden ook in andere waterschappen tot schade geleid. Zo hadden de Duitse militaire in 1944 de Papsluis in het Nieuwland van Altena gedeeltelijk opengezet. Het ondergelopen land moest de oprukkende geallieerde legers tegenhouden. In april 1945 werd de sluis zelf vernield. Eb en vloed hadden nu vrij spel, waardoor de wegen dagelijks onder water stonden. De drie heulen in de Zandsteeg, het Schansgat en de Kildijk konden het binnenkomende water niet verzwelgen. Ze werden bovendien door de Duitsers vernield. Vanaf het voorjaar 1944 lieten de Duitsers in geheel West-Brabant polders inunderen, waaronder ook delen van het Land van Altena. Doordat in het najaar van 1944 door plunderingen van de Duitsers de gemalen uitvielen, liep polder Den Duyl ook door regen en kwelwater vol. Met een roeiboot kon men van Almkerk naar Babylonienbroek varen, maar dat stond de Duitse bezetter niet toe. Het centrum van Den Duyl stond ongeveer 80 cm. onder water en de oppervlakte van deze plas was maar liefst ruim 15 km2. Pas in de loop van 1945 vielen de landerijen weer droog.
De Duitsers hadden tijdens de bezetting bij Andel tunnels en schuilplaatsen laten graven aan de buitenzijde van de dijk. De 1300 dekkingsgaten langs de Maas- en Merwededijk waren 'met bekwamen spoed reeds gedicht'. De dijken waren weer in orde gemaakt. De oorlogsomstandigheden hadden ook in andere waterschappen tot schade geleid. Zo hadden de Duitse militaire in 1944 de Papsluis in het Nieuwland van Altena gedeeltelijk opengezet. Het ondergelopen land moest de oprukkende geallieerde legers tegenhouden. In april 1945 werd de sluis zelf vernield. Eb en vloed hadden nu vrij spel, waardoor de wegen dagelijks onder water stonden. De drie heulen in de Zandsteeg, het Schansgat en de Kildijk konden het binnenkomende water niet verzwelgen. Ze werden bovendien door de Duitsers vernield. Vanaf het voorjaar 1944 lieten de Duitsers in geheel West-Brabant polders inunderen, waaronder ook delen van het Land van Altena. Doordat in het najaar van 1944 door plunderingen van de Duitsers de gemalen uitvielen, liep polder Den Duyl ook door regen en kwelwater vol. Met een roeiboot kon men van Almkerk naar Babylonienbroek varen, maar dat stond de Duitse bezetter niet toe. Het centrum van Den Duyl stond ongeveer 80 cm. onder water en de oppervlakte van deze plas was maar liefst ruim 15 km2. Pas in de loop van 1945 vielen de landerijen weer droog.
0 Comments:
Post a Comment
http://hanviskie.blogspot.com/?m=0"><< Home