Ooggetuige vertelt over kaalknippen moffenmeiden in Werkendam
Rianne Oosterom - ze schreef het boek 'Moffenmeiden' - hield donderdagavond een lezing in Werkendam. Met de aangrijpende verhalen uit die tijd vlak na de oorlog.
Optocht op 8 mei 1945 op de Hoogstraat in Werkendam (foto SALHA) |
Tijdens de lezing vertelde één van de aanwezigen dat hij ooggetuige was geweest van het kaalknippen van de vrouwen op de stoep van het gemeentehuis op de Hoogstraat in Werkendam. Dat hij als twaalfjarige jongen zich had laten meeslepen in de euforie van de bevrijding en mee had gedaan aan het joelen en schreeuwen. Maar al snel daarna tot het inzicht was gekomen dat het fout was, wat deze vrouwen werd aangedaan. Er was immers geen enkele wettelijke basis voor het kaalknippen, dat toch vooral als een volksgericht moet worden gezien. Uiteindelijk was er ook maar één kapper geweest die de vrouwen had kaalgeknipt, volgens de ooggetuige.
Rianne Oosterom en Martin van Drunen, zoon van Eefje Schut |
In het boek Moffenmeiden beschrijft Rianne het aangrijpende verhaal van Eefje Schut, een meisje van 17 jaar dat in Nieuwendijk werd opgepakt en meegevoerd naar Fort Bakkerskil. Ooggetuige van het oppakken in Nieuwendijk was Wil Knoop-Teuling uit Sprang Capelle. Ze was destijds zes jaar en ze was met haar familie geëvacueerd vanuit Dussen. "We woonden in bij de familie Hoeke aan de Dwarssteeg en de jongste dochter Gerrie nam mij en mijn jongere zusje Sjanie van vier jaar mee de dijk op. Daar zagen we hoe vier meisjes hardhandig op een kar werden gegooid en dat ze werden kaalgeschoren. Ze werden ook blauw geverfd. Het heeft zoveel indruk op mij en mijn zusje gemaakt dat we het nooit zijn vergeten. Maar we hadden natuurlijk nooit op de dijk moeten gaan dijken, maar we werden meegenomen".
De familie Hoeke op Fort Bakkerskil met o.a. fortwachter Blom |
De familie Teuling woonde aan de Dorpsstraat in Dussen maar moest vlak voor Kerst 1944 evacueren vanwege de strijd bij het Capelse Veer. "Mijn oma Raams had onderduikers in huis, die moesten ook weg. We gingen eerst naar mijn grootouders bij de vlasfabriek aan de Korn, maar moesten daar weg. Na een zoektocht via Uitwijk kwamen we bij de familie Hoeke terecht; zij hadden negen dochters en twee jongens. Pas eind mei konden we weer terug naar de Korn bij oma. Daar is op 2 juni mijn zusje geboren. Toen mijn vader haar wilde aangeven bij de burgerlijke stand in Dussen, was daar het gemeentehuis ontploft. De gemeentesecretaris hield zitting in hotel Heesselt en schreef haar naam achterop een sigarendoosje. Toen mijn zusje in 1974 wilde trouwen, bleek ze niet ingeschreven bij de burgerlijke stand".
Het gemeentehuis aan de Sluis Dussen dat na de oorlog werd verwoest door een achtergelaten munitie (foto SALHA) |
Het gezin Teuling keert in juni terug naar hun eigen huis, daar bleken alleen de ruiten gesneuveld, terwijl het huis van de buren was weggevaagd. Mijn oma Raams had in de oorlog nog onderduikers, een van hen was Bernand van Leeuwen. Hij was zo dankbaar dat hij bij haar mocht onderduiken, dat ze na de oorlog een armband cadeau kreeg. Aan die armband zitten allemaal Willemientjes dubbeltjes. Dat bijzondere aandenken heb ik gekregen nadat mijn oma is gestorven". Wil Knoop-Teuling heeft ook nog een bijzondere map met verhalen bewaard. "Toen ik 25 jaar getrouwd was, heb ik aan iedereen gevraagd of zij hun herinneringen wilden opschrijven. Velen schreven over de evacuatie in de oorlog".
0 Comments:
Post a Comment
http://hanviskie.blogspot.com/?m=0"><< Home