Bij de herdenking van de Watersnoodramp in 2013 vertelde Antje van Vuuren-de Heus haar verhaal, over haar broertje Jan die pas was geboren en het huis dat onder de blubber zat.
De Burchtstraat tijdens de Watersnoodramp van 1953 |
“We woonden op Burchtstraat in Werkendam en ik was de oudste van negen kinderen. Op 28 januari hadden we een broertje gekregen, Jan. Mijn moeder lang in het kraambed. Op zaterdagavond had ik een boodschap gedaan op de Hoogstraat, het stormde verschrikkelijk hard, ik was nog tegen een heg gewaaid. Moeder sliep beneden, daar stond ook een elektrisch kacheltje. Vader ging die nacht al buiten kijken en liep door de straat heen en weer naar de Havenstraat, daar was een dam met bekisting aangebracht. Zelf lag ik op bed, maar later ging ik wel naar beneden en voelde dat het elektrisch kacheltje bij moeder koud was. Mijn vader kwam terug en riep ‘het water komt er aan’. Alles werd naar boven gebracht. Mijn broertje, de wieg, alle kleren. Het water kwam tot twee treden vanaf de zolder, de linnenkast bonkte tegen de zolder. Bij de familie van Berchum, die vlakbij ons woonde, was een bank met pootjes tegen een ruit geslagen, ook bij het huis daarnaast. Door het gat dreven sigarendoosjes en fotolijstjes naar buiten, die bij het volgende huis weer naar binnen dreven. Het eten dat al klaar stond voor de zondag, namen we ook mee naar zolder. Maar de gasfles bleek leeg, zodat het eten koud was.
De Burchtstraat nadat het water is gezakt |
Zondagmiddag kwam er een bootje langs en moesten we evacueren.
Het bootje kwam achterom en dokter Beijerman rolde mijn broertje in een deken.
Dr. Schols stond verderop met een auto klaar en daar mochten mijn moeder en
broertje instappen. Zij zijn daarna meer dan een week bij dokter Beijerman in
huis geweest. Ook mevrouw Van Oord en mevrouw Huigen, zij hadden ook pas een
baby gekregen. Wij gingen naar de Hervormde School in de Hoogstraat. Daarna
werden we geƫvacueerd naar Wijk en Aalburg; mijn vader met zijn acht kinderen.
We kwamen bij de familie Bouman terecht, bij een oudere vrouw met haar dochter.
De twee oudste jongens gingen naar Frans Bouman en twee meisjes naar Kees
Bouman. Mijn vader ging weer terug naar Werkendam. We bleven een week in Wijk
en Aalburg en zaterdag werden we met een maatschappelijk werkster in de taxi
weer opgehaald en keerden terug in Werkendam. Het hele huis zat onder de
blubber en we hadden nog geen verwarming. Het duurde weken voor alles weer
schoon was. Ook moeder was nog lang niet opgeknapt van de bevalling, het was
echt een drama. Maar tijdens de watersnood hadden we geen tijd om bang te zijn,
er gebeurde zoveel. Mijn grootste angst was wel de baby. Later komt die angst
wel terug. Als ik nu beelden zie van de watersnood, word ik weer helemaal
akelig, het was zo beangstigend allemaal”.
No comments:
Post a Comment