hanviskie

Hanviskie schrijft op haar blog regelmatig over water en het waterschap. Als bestuurslid van Waterschap Rivierenland schrijft ze vooral over het werkgebied van Rivierenland, met speciale aandacht voor de ontpoldering van de Noordwaard in Werkendam. De blog is soms informerend, soms opinierend, vaak kritisch of prikkelend. Om zo waterschappers en burgers scherp te houden! En mijn kiezers op de hoogte te houden van mijn werk als volksvertegenwoordiger.

Thursday, October 31, 2019

Veense Kaaie Paol eerder vernielt door oorlogsgeweld?

Hoe oud zijn de Kaaie Paole, grenspalen tussen de waterschappen Hoge Maasdijk van het Benedenland van Heusden en waterschap het Oudland van Altena, nu echt? Recent zijn de palen stuk gereden, maar dat gebeurde ook al in 1945-1946. 

De Kaaie Paole, je kunt zien dat de Veense korter is, mogelijk is het bovenste deel er later opgezet

Over de 'Steenen Paol' van Veen vond ik in het archief van het waterschap Hoge Maasdijk van het Benedenland van Heusden enkele opmerkelijke passages terug. Tijdens de vergadering van het dagelijks bestuur op 20 mei 1946 vraagt J.C. Wink (dijkgraaf vanaf 1947) of de Steenen Paol op de scheiding Andel-Veen 'weder' gerepareerd kan worden. Wat was er gebeurt? De bovenste helft van de paal is kennelijk door schooljeugd vernield en in de sloot onderaan de dijk gekieperd. Let vooral op het woordje 'weder' in de notulen, hij is dus kennelijk al een keer eerder gemeld. 

Foto van de Veense paal uit ca. 1960

Bode J. van Helden krijgt opdracht het stuk uit de sloot te vissen en een metselaar te zoeken die paal weer kan repareren. Het opvissen van de paal blijkt nog niet zo simpel, pas in de vergadering van 8 mei 1947, een jaar later, blijkt het ontbrekende stuk terecht. De bode laat weten dat het vernielde stuk is opgeborgen in de schuur van de weduwe Jaan Dekker. Op 22 maart 1948 - twee jaar nĂ  de vermissing - wordt in de vergadering door dijkgraaf J.C. Wink vertelt dat reparatie niet eenvoudig is, herstellen met cement kan in elk geval niet. In de vergadering wordt daarop besloten advies te vagen over herstel en prijsopgaaf van een nieuwe paal! 

Advertentie van steenhouwerij De Groot uit 1931

Dan volgt een vergadering van het dagelijks bestuur op 13 september 1948, speciaal belegd om het over de 'Steenen paol' op de scheiding van Veen en Andel te hebben. Bij Steenhouwer Vas de Groot in Gorinchem is prijsopgaaf gedaan voor een nieuwe paal. Maar dat kost dan wel 650 guldens. En dat gaat het bestuur net een stapje te ver. Want ze zijn wel voor herplaatsen van de steen (Straver en Joh. Vos ). Dat wil zelfs Van der Pol vanuit 'historisch oogpunt', maar dan wel op de goedkoopste manier. Dus wordt gezocht naar alternatieven, want kan de oude paal toch niet herstel worden. 'De mogelijkheid wordt niet uitgesloten geacht, dat de paal zover in de grond zit dat als hij gelicht wordt,  er voldoende lengte aanwezig zal zijn om hem op voldoende hoogte te plaatsen'. In de vergadering van 7 december 1948 wordt definitief opdracht gegeven om de paal uit te graven en naar de steenhouwer in Gorinchem te brengen. 

De rekening van de grenspaal in de jaarrekening van 1949

In de vergadering van het dagelijks bestuur op 6 april 1949 bij cafe Duisterwinkel te Wijk weet de voorzitter (dijkgraaf Wink) te melden dat de paal is uitgegraven en naar Gorinchem is gebracht. Het herstel van de paal gaat 296 gulden kosten, het gehele bestuur stemt in met het herstel. De secretaris krijgt de opdracht om te zorgen dat het juiste wapen wordt aangebracht. Na deze vergadering wordt het stil, de 'Steenen Paol' keert niet meer terug in de notulen. Wel staat het bedrag van 300 gulden n de jaarrekening van 1949. Verder is nog een bericht terug te vinden in Nieuwsblad van het Land van Heusden en Altena van 8 december 1949. En daarin wordt gesteld dat de paal werd vernield door oorlogsgeweld. Dat zou natuurlijk kunnen, maar in de notulen van het waterschap kon ik daarover niets terugvinden. Terwijl ze wel regelmatig sprake over de oorlogsschade aan de dijk die werd geschat op 10.000 gulden. 

Krantenbericht van 8 december 1949