Dag 111: De Poëzieroute (3)
De witte molen bij Meeuwen (1740)
Bij Meeuwen staat stoer en trots,
baken in het wijde land,
tegen weer en stormwind bestand
de witte molen, vast als een rots.
Als dartele veulens op weidegrond
wentelen zijn wieken weer rond
vanaf de morgenstond,
door molenaars en wind op gang gebracht
en iedereen kijkt en lacht.
De molen draait, er is bedrijvigheid.
Hij maalt het graan zoals in vroeger tijd
toen boeren van hun heer, die dwingeland,
hun koren moesten brengen van het land,
manna uit Gods hand.
Zijn wieken weerstonden in wintertijd
al in het eerste levensjaar en later
het woedende ijskoude water.
De molen maalde in ’t geheim in oorlogstijd,
onverzettelijk totdat hij was bevrijd.
Hij werd verplaatst door mensenhand,
maar hield zich nochtans staande.
De molenaars houden zijn wieken gaande,
soms staan de wijzers stil bij een menselijk moment.
Hij spreekt ons aan, dit zwijgend monument,
ontmoetingspunt voor wie hem kent.
Cees de Gast
0 Comments:
Post a Comment
http://hanviskie.blogspot.com/"><< Home