hanviskie

Hanviskie schrijft op haar blog regelmatig over water en het waterschap. Als bestuurslid van Waterschap Rivierenland schrijft ze vooral over het werkgebied van Rivierenland, met speciale aandacht voor de ontpoldering van de Noordwaard in Werkendam. De blog is soms informerend, soms opinierend, vaak kritisch of prikkelend. Om zo waterschappers en burgers scherp te houden! En mijn kiezers op de hoogte te houden van mijn werk als volksvertegenwoordiger.

Thursday, February 14, 2019

We kunnen niet wachten tot 2023

De nieuwe toetsronde in het HWBP met de nieuwe normeringen die in 2017 zijn vastgesteld loopt tot en met 2023. Dan moet duidelijk worden of er wel voldoende geld is voor alle dijkverzwaringen die nodig zijn om ons land te beschermen tegen hoog water. 

De Waalbandijk nabij Neerijnen

Minister Cora van Nieuwenhuizen antwoordde dit al op vragen door CDA kamerlid Jaco Geurts bij de vaststelling van de begrotingsstaat van het Deltafonds voor 2019 in het najaar van 2018. 
In 2024 ontvangt de Kamer het landelijke beeld van de normering, zoals in de Waterwet is afgesproken. Dus dan weten we pas wat het totaalplaatje precies gaat kosten en hebben we dus ook het goede beeld van de waterveiligheidsopgave. Dat wordt dan ook bekeken in het kader van de evaluatie van de Waterwet. 

Ergens langs de Waaldijk


Ook het antwoord van minister Cora Nieuwenhuizen op vragen vanuit VVD kamerlid Remco Dijkstra wordt het jaar 2023 benoemd als ijkpunt. 

Deze beoordelingsronde is gereed in 2023, waarna wordt bezien of aanvullende afspraken nodig zijn. Dan zal ook de evaluatie plaats vinden van de afspraken over de financiering zoals vastgelegd in het Bestuursakkoord Water. Daarbij zal mede in ogenschouw worden genomen hoe de waterschapslasten zich hebben ontwikkeld.

Het peilschaalhuisje in Vuren dat moet worden verplaatst voor de dijkverzwaring

Beide antwoorden nemen dus 2023 als ijkpunt. Maar wat betekent dat voor dijkverzwaringen die al eerder van start gaan, zoals Gorinchem-Waardenburg en Tiel-Waardenburg? Kunnen we het risico nemen dat de hogere kosten voor dijken die als eerste worden aangepakt, omdat ze het meest urgent  zijn en het verst van de norm af staan, worden gecompenseerd door goedkopere dijkversterkingen die minder ver van de norm af staan. En erop vertrouwen dat ons jaarlijkse budget van 11 miljoen euro toereikend is?  Mijns inziens kunnen we dat risico niet nemen en moeten we opnieuw in gesprek met de Tweede Kamer. Op 4 maart spreken we in onze commissie Waterveiligheid opnieuw over het HWBP programma.