Het gebied aan de Noorder Lingedijk met de daarin gelegen kern Oosterwijk, even buiten Leerdam, wordt beschermd dorpsgezicht. Dit stukje Nederland getuigt van de eeuwenlange strijd van de mens tegen het water met talloze sporen van dijkdoorbraken en dijkherstel. Een van de opvallendste overblijfselen is de grote waterkolk, het 'wiel Barendrecht'. Die ontstond in 1820 toen de dijk in Oosterwijk opnieuw bezweek en is nu nog zichtbaar als een groot gat midden in het dorp.
Niet alleen de kern van het dorp aan de rivieroever maar ook de dijken, de open plaatsen van dijkdoorbraken, sporen van dijkherstel, de binnendijkse bebouwing en het omliggende open weidelandschap met strokenverkaveling behoren tot het gebied dat nu wordt aangewezen. Op 9 juni overhandigt Cees van 't Veen, directeur van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, het besluit tot aanwijzing aan burgemeester Victor Molkenboer van Leerdam. Dat gebeurt in de Zangershof, gelegen naast de kerk in de kern van Oosterwijk.
Wateroverlast
Het oevergebied van de Linge werd in de middeleeuwen ontgonnen door sloten haaks op de rivier te graven. Eén van de plaatsen waar dat het vroegst gebeurde was Oosterwijk, dat al rond 1000 wordt genoemd. Toenemende wateroverlast maakte het noodzakelijk de oeverwal te bedijken. Die dijken zijn door de eeuwen heen op diverse plaatsen herhaaldelijk bezweken. Bij het herstel werd de dijk dan om de ontstane kolkgaten ('wielen') heen gelegd, die daarmee binnen of buiten de dijk kwamen te liggen. En zo ontstond het slingerende dijkpatroon dat we vandaag nog kunnen zien. Directeur Cees van 't Veen van de Rijksdienst: 'In dit gebied lees je de ontwikkeling af van het in cultuur brengen én behouden van agrarisch gebied dat door de eeuwen heen gepaard ging met de strijd tegen het rivierwater'.
Lintbebouwing
Oosterwijk is een mooi herkenbaar en vrij gaaf voorbeeld van binnendijkse lintbebouwing, met zeventiende-, achttiende-, en negentiende-eeuwse boerderijen en een kerkje uit 1872. De meeste boerderijen liggen aan de voet van de dijk, volgens het in Holland zeer veel voorkomende systeem van strokenverkaveling met bebouwing aan de kop van de kavel. De stroken weidegrond worden aan de andere zijde begrensd door een van vóór 1500 daterende tiendweg. Bijzonder is ook de negentiende-eeuwse, net buiten het gezicht gelegen, op de Oudendijk aangelegde (en al beschermde) begraafplaats, waarop nog diverse midden-negentiende-eeuwse zerken en grafstenen en een baarhuisje staan.
Aanwijzing
De aanwijzing van het dorpsgezicht komt voort uit het Monumenten Selectie Project, MSP, een landelijk project van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Waardevolle gebouwen en gebieden uit de periode 1850-1940 zijn in het hele land geselecteerd en de laatste gezichten worden aangewezen voor bescherming.
Uit de aanwijzing van een gebied tot beschermd gezicht volgt dat de gemeente de bijzondere cultuurhistorische waarden in het bestemmingsplan opneemt. Hierop toetst de gemeente als zich plannen voor wijziging voordoen. De aanwijzing is niet bedoeld om ontwikkeling op slot te zetten, maar juist om in toekomstige ontwikkelingen rekening te houden met die waardevolle karakteristieken van bebouwing en de open ruimte.